zondag 3 april 2011

Revolutie of niet: Voetbal blijft oorlog

Als je in Cairo op straat loopt kan het gebeuren dat mensen je vragen: "Where are you from?" Als je dan antwoord: "From Holland", krijg je stevast twee reacties: "Allemachtig prachtig achtentachtig" en "Holland football very good, sir." Vervolgens begint men dan een lijst met namen van voetballers op te sommen, waarvan ik nog nooi gehoord heb. Met voetbal heb ik niet zo heel veel. Maar Cruijff, van Basten en Gullit herken ik nog wel. Wie er in het Nederlands elftal spelen ben ik, sinds het WK van vorig jaar zomer, allang weer vergeten. 

Egyptenaren zijn helemaal gek van voetbal. Hier wordt echt naar alles gekeken. Favoriete plaats om naar voetbal te kijken is de locale coffee shop. Daar drinkt men een kop koffie of thee of een frisdrank. En er wordt natuurlijk veel waterpijp gerookt. Omdat ik dat toevallig erg lekker vind, moet ik met grote regelmaat ergens achteraan gaan zitten, terwijl alle andere mannen voetbal kijken. Of het nu de vaderlandse competitie is, de Engelse, Spaanse of, ja ook hier, de Nederlandse. Het maakt niet uit. Als het maar voetbal is. De Oud-Romeinse stelregel: 'Geef het volk brood en spelen" is hier nog steeds van kracht.

Zo kan het gebeuren dat zelfs ik in een voetbalstadion terecht kom. Na lang, en vooral veelvuldig, aandringen van een aantal Egyptische vrienden laat ik me dan uiteindelijk toch overhalen om met hen mee te gaan naar een voetbal wedstrijd. "We kunnen toch TV gaan kijken bij ons koffiehuis", opper ik dan nog, denkend aan de waterpijp die in het station niet wordt geserveeerd. 

Gisteren was het dus weer es zover. Na de revolutie en al het omwentelingsgeweld is de Egyptische competitie, maar ook de internationale competitie voor het eerst weer hervat.
De wedstrijd van gisteravond was een wedstrijd in de Afrikaanse Champions League. Een soort Europese Champions League, maar dan in Afrika. Een wedstrijd tussen Zamalek en het Tunesische African Club. "We hebben hiet in Cairo twee grote teams," zo vertelt mijn buurman op de tribune; hij heeft feilloos in de gaten dat ik geen kenner ben. "Zamalek", zo vervolgd hij "en Ahli. Net als bij jullie Ajax en Feyenoord." Kijk, dat is nou nuttige informatie. Twee namen die ik tenminste wel ken.

De wedstrijd zelf vind ik volstrekt niet interessant. Maar ik vermaak me prima met het schouwen van de toeschouwers. De heen-wedstrijd had de thuisploeg al verloren, dus nu moest er gewonnen worden. Ver in de tweede helft, bij een dan al teleurstellende 1 -1 stand, wordt een, alweer volgens mijn buurman, "loepzuiver doelpunt" van Zamalek wegens vermeend buitenspel afgekeurd. Dan breekt de hel los. Gefluit, gegil, gejoel en gescheld. Enkele honderden van de 60.000-man sterke menigte bestormen het veld. Ze hebben het gemunt op de scheidsrechter en de speler van het Tunesische team. De scheidrechter wordt door de politie in veiligheid gebracht. Iets verderop rennen enkele Tunisische spelers bebloed de catacomben in.

Ik zie de spandoeken op het Tahrir-plein nog voor me, van tijdens de revolutie: "Tunesië
en Egypte zijn één." Revolutie of niet. Voetbal blijft oorlog. En net als tijdens die eerste dagen van de revolutie in Cairo moet ik weer rennen om een veilig heenkomen te vinden.
Even later zitten we met een Turkse koffie en een waterpijp heel vreedzaam te genieten. Op een grote TV worden de beelden van de bestorming van het veld alsmaar herhaald. Dan vraagt er opeens een man aan mij: "Where are you from?" Ik kijk hem aan en zwijg, quasi niet begrijpend.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Mijn foto
Cairo, El Maadi, Egypt
De Arbaische Lente heeft in Egypte geleid tot grote veranderingen. Somigen noemen het een 'Revolutie'. Egypte op weg naar democratie? Ik volg de ontwikkelingen op de voet en doe daar verslag van.