donderdag 27 januari 2011

Egypte aan vooravond van grote veranderingen?

"Deze demonstraties zijn een keerpunt in de geschiedenis van het Egyptische volk," aldus Abdel Gelil Moustafa, coördinator van de National Association for Change (NAC), een losse coalitie van hervormings groeperingen. De verwachtingen lijken hoog gespannen.


De demonstraties van de laatste twee zijn een protest tegen de grootschalige corruptie en de verslechterende economische omstandigheden en de groeiende werkloosheid. De demonstraties zijn georganiseerd via twitter en facebook. De organisatoren hadden gerekend op bijna 100.000 deelnemers. De demonstraties in Cairo, Alexandrië en Suez brachten alles bij elkaar veel meer mensen op de been.

Het begon rustig. Er verzamelden zich een paar honderd mensen bij het Pers Syndicaat in Cairo. Vandaar vertrokken de demonstranten naar het centrum. Inmiddels aangegroeid tot een paar duizend mensen. De overheid had ruime maatregelen genomen. Het Tagrir plein (het plein voor het Egyptisch Museum) was veranderd in een vesting. Alle uitvalswegen, met name richting de parlementsgebouwen, werden totaal afgesloten.

Het Egyptische ministerie van Binnenlandse Zaken beschreef de "Dag van Woede" als een "brutale uitdaging" van het gezag van het regime. In een toelichting van de Egyptische minister van Binnenlandse Zaken Habib al-Adli werden de betogers bijvoorbaat gewaarschuwd dat de politie iedere vorm van geweld als “inbreuk op de staatsveiligheid" zou beschouwen. En indien nodig met harde hand op te treden.

Gedurende deze dagen doen allerlei verhalen de ronde. Zo werd er beweerd een groep meisjes die deelnamen aan de demonstraties waren gearresteerd. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn er minstens 50 mensen gearresteerd voor het deelnemen aan de demonstraties.

De betogers eisen het onmiddellijke aftreden van president Hosni Mubarak en niet op te gaan voor een zesde(!) termijn. Verder eisen ze ook dat jongste zoon van Mubarak, Gamal, niet te worden voorgedragen als presidentskandidaat. Ook werd geroepen om op de ontbinding van het nieuw gekozen parlement, waar de Nationaal Democratische Partij (NDP) meer dan 90 procent van de zetels bezet. Zo werpen de presidentsverkiezingen van september reeds hun schaduwen vooruit. Op een van de meegedragen spandoeken staat: 'Mubarak, het vliegtuig staat klaar!' 

De ‘6 april beweging’, een jeugd oppositiecoalitie, verklaarde dat voor hen de belangrijkste eisen van de 'Dag van de Woede' het ontslag van minister van Binnenlandse Zaken Habib al-Adli is. Ook eisten zij het vaststellen van een minimumloon en het beëindigen van de noodverordeningen, die al sinds 1981 van kracht zijn.

Inmiddels is de sfeer steeds grimmiger geworden. Overal braken gevechten uit tussen betogers en de orde politie. Ook de politie zelf was het doelwit van de betogers. Deze riepen leuzen als: ‘De bevrijders van vroeger (ten tijde van opstand tegen de Engelsen) zijn de onderdrukkers van nu!” Agenten en betogers bekogelden met stenen en stoeptegels. Inmiddels ging het gerucht dat veel van de betogers de hele nacht op het plein zouden blijven totdat al hun eisen zou zijn voldaan.

Met een waterkanon probeerde men de menigte probeerde uiteen te drijven. Toen dat niet het gewenste effect had nam de politie haar toevlucht tot traangas om demonstranten te verspreiden. Die vluchten de naar zijstraten. Of zochten beschutting in trappenhuizen van omringende gebouwen. Een verstikkende rook de straten van het centrum blijft vullen.
Een bevriende collega van Trouw is in een verlaten straat, met opzet, door vier politieagenten met grof geweld in elkaar geslagen. Andere collega's kregen ook rake klappen en zijn zonder pardon opgepakt en afgevoerd. 
  
Een inspirerend moment: ik zag honderd demonstranten, in rijen biddend midden op het Tahrir plein, waarbij Egyptische vlaggen verspreid over de grond lagen als gebedsmatten. Een moment van bezinning in woelige dagen. En het einde is nog lang niet in zicht.

vrijdag 21 januari 2011

Directeuren Bijbelgenootschappen bijeen in Cairo


De afgelopen drie dagen waren een aantal directeuren van Bijbelgenootschappen bij elkaar in Cairo. “Een strategische meeting”, aldus CeesJan Visser, directeur van het Nederlands Bijbelgenootschap. Centraal stond de vraag: “Wat kunnen buitenlandse donoren doen voor Bijbelgenootschappen in het Midden Oosten?”

Tijdens de bijeenkomst zijn een aantal gezamenlijke doelstellingen overeengekomen waaraan de komende jaren gewerkt zal worden. Allereerst willen de buitenlandse Bijbelgenootschappen de genootschappen in het Midden Oosten ondersteunen bij het versterken van de relatie met de lokale kerken.

Een ander belangrijke doelstelling betreft het bereiken van kinderen en jongeren. Ook in het Midden Oosten moeten kerken zich inspannen om de aandacht en interesse jongeren te blijven trekken. Niet alleen met teksten, maar vooral ook met activiteiten. Zo heeft het Egyptisch Bijbelgenootschap een intermediaal programma, Bible World (Bijbel Wereld). Jongeren kunnen hier kennismaken het ontstaan van de Bijbel en van de verspreiding ervan. En voor de jonge kinderen is er het ‘Kingo-festival’. Een aantrekkelijk poppenspel, waarmee kinderen op speelse wijze in contact worden gebracht met de Bijbels verhalen.

Natuurlijk kunnen ook Bijbelgenootschappen niet meer om de Nieuwe Media heen. De komende jaren zal moeten worden gezocht naar toepassingen van Nieuwe Media. In Egypte zijn 70 miljoen mobiele telefoons in gebruik op bevolking van 80 miljoen mensen. Via deze mobieltjes kunnen Bijbelteksten worden aangeboden. Ook internet en satelliet TV bieden vele nieuwe mogelijkheden om mensen in contact te brengen met de Bijbel en de achtergronden ervan. Daarbij kunnen Westerse Bijbelgenootschappen een belangrijke ondersteunde rol spelen.

In veel van deze projecten werkt het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) zeer succesvol samen met Kerk in Actie. Het Nederlands Bijbelgenootschap steunt, dankzij de giften van hun donateurs, ondermeer het werk van collega-Bijbelgenootschappen wereldwijd. Kerk in Actie steunt,  in opdracht van de plaatselijke protestantse gemeenten in Nederland wereldwijd het werk van honderden christelijke kerken en organisaties.  

Al vele jaren wordt steun verleend aan de revisie van de Arabische Bijbelvertaling.
De Bijbelgenootschappen in het Midden Oosten verspreiden voornamelijk de zogenaamde ‘Van Dyck vertaling’.  Deze vertaling werd door de Nederlands-Amerikaanse zendeling Cornelius Van Dyck geproduceerd en in 1865 gepubliceerd in Libanon. De Van Dyck bijbel is nu al zolang in gebruik dat ze wordt gezien als  “een van God gegeven vertaling.” Dus ligt deze nieuwe vertaling zeer gevoelig. Een andere vertaling zou beteken dat de tekst Van de Bijbel te corrumperen is. 
Wat wel kan is Bijbelverhalen bewerken voor kinderen, zoals gebeurt bij het King-festival.

Het NBG wil de komende jaren tot 30% meer investeren in het Egyptisch Bijbelgenootschap. Want Egypte is belangrijk voor NBG. Juist omdat daar zoveel Christenen wonen te midden van een grote Moslim meerderheid. Ramez Atallah, directeur Egyptisch Bijbelgenootschap juicht dit toe. “Wij ondersteunen alle kerken in Egypte. Er zijn ruin 3000 kerkgebouwen in Egypte. En die moet je niet zomaar geld sturen. Maar directe en praktische hulp bieden.” En hij haast zich hierbij te benadrukken: “Ik ben geen kerk. En doe geen uitspraken namens de kerken. Zoals bijvoorbeeld over wat in Alexandrië is gebeurd.”

Andere Bijbelgenootschappen in het Midden Oosten zijn veel kleiner en moeten soms onder moeilijke omstandigheden werken. Zo zijn de Bijbelgenootschappen in Marokko, Tunesië, Algerije en Turkije zeer klein. Hun mogelijkheden zijn daardoor ook beperkt. In de meeste gevallen hebben ze alleen een of twee boekhandels, verspreid over het land. Daarbij gaat het ook om relatief kleine hoeveelheden Christenen. Zo zijn er in Turkije ongeveer honderdduizend Christenen op een bevolking van 17 miljoen mensen. Ondanks dat zijn de boekwinkels regelmatig doelwit van aanslagen, zoals de Bijbel Boekwinkel in Antalya in Turkije, die al tweemaal in brand werd gestoken.

Mike Bassous is directeur van Bijbelgenootschappen van Libanon, Syrië en Irak. “Dat is met name in Irak een lastige klus. We hebbenen daar officieel twee vestigingen: een in Bagdad en een in Erbil (in noordelijk Koerdisch gebied). Hadden, moet ik eigenlijk zeggen. Want in Bagdad verdween het personeel, gevlucht voor het geweld. Dus moesten we ons kantoor in Bagdad helaas sluiten. Wat anders kon ik doen? Het kantoor in Syrië is klein maar het functioneert tot nu toe goed.”

vrijdag 7 januari 2011

‘Ik ben bang voor mijn leven, maar ga toch naar de kerk’


Gisteravond zijn de meeste Kopten toch naar de Kerk gegaan om Kerstmis bij te wonen. Koptische Kerst valt op 7 januari. Ondanks de duidelijke bezorgdheid over de veiligheid naar aanleiding van de bomaanslag op een kerk in Alexandrië op nieuwjaarsdag, waarbij 23 mensen gedood.

Hoewel vele kerkgangers bang zijn voor escalatie, proberen ze toch om zich voor te bereiden op een goed kerstfeest. Bij de Sint Marcus Kerk, de vroegere Kathedraal en zetel van de Koptische Paus, is het dringen om naar binnen te komen. "Natuurlijk ben ik met mijn familie naar de mis gekomen," vertelt een van de kerkgangers. "Ik ben bang voor mijn leven en het leven van mijn dierbaren, maar degenen die sterven in een kerk gaan rechtstreeks naar de hemel."

De vele beveiligingsmensen lijken de dreiging serieus te nemen. "We moeten nu extra alert zijn.” Op het plein voor de kerk hangen enkele enorme zwarte spandoeken om het verdriet te symboliseren.
Ook in Egypte hebben vele moslims aangeboden Christelijke kerken te bewaken. "Christenen zijn niet bang en veel moslim vrienden zullen ons begeleiden naar de mis. We wonen samen, zodat we samen kunnen sterven,” aldus een kerkganger. Opvallend veel mensen zijn in het zwart gekleed naar de mis gekomen, uit respect voor de slachtoffers van de afschuwelijke terroristische aanval in Alexandrië.

Tijdens de mis is het verdriet duidelijk voelbaar. De stemming is ingetogen. Een van de priesters krijgt het tijdens het uitspreken van het gebed te kwaad. Zijn stem breekt en de tranen rollen over zijn wangen in zijn baard. Duidelijk zichtbaar op de vele televisieschermen in de kerk. En even wordt het heel stil in de kerk.

Enkele kilometers verderop, in de nieuwe Sint Marcus Kathedraal in de wijk Abbassiya, gaat de Paus Shenouda III zelf voor in de mis. Dit kerk opvallend veel ministers, parlementsleden, befaamde acteurs en actrices onder de speciale gasten. Zeer opmerkelijk is ook dat president Mubarak zich door twee van zijn zonen, Gamal en Alaa, laat vertegenwoordigen.

De paus ziet er nog ouder en vermoeider uit tijdens zijn preek. De trieste gebeurtenissen van de laatste tijd hebben bij de kerkleider overduidelijk hun sporen nagelaten. In zijn preek gedenkt hij de slachtoffers van de aanslag in Alexandrië. Maar ook die van de aanslag in Nag Hammadi, nu precies een jaar geleden. “Zoals de drie Wijzen hun wierook, mirre en goud offerden aan Jezus, zo offeren wij Jezus vandaag aan de zielen van de slachtoffers van het geweld.” Volgens de Shenouda heeft president Mubarak hem eerder op de dag gebeld met de mededeling dat “het bloed van onze mensen niet goedkoop is”.

Na de mis verlaten de speciale gasten, zoals te doen gebruikelijk, de kerk. Na eerst persoonlijk afscheid genomen te hebben van de paus. Onder de ministers is slechts een Kopt. De minister van financiën Boutros-Ghali.

Inmiddels heeft Naquib Sawiris, een zeer vermogende Koptische zakenman, een bedrag van 1 miljoen Egyptische Ponden uitgeloofd voor degene die informatie kan verstrekken over de dader van de aanslag in Alexandrië.


woensdag 5 januari 2011

Bloed in Alexandrië

ALEXANDRIË – Happy New Year. Met knipperende lichtjes omgeven letters accentueren deze wens. Schuin ertegenover de Koptische Sint Marcus en Petruskerk in Alexandrië. Maar het nieuwe jaar is voor christenen in Egypte helemaal niet gelukkig begonnen. Minstens 25 doden en bijna 200 gewonden dit weekeinde. En de relatie tussen moslims en christenen wordt met de dag slechter.

Als het in Nederland twaalf uur is geworden, breng ik een toast uit op het nieuwe jaar. In Egypte wordt dit niet echt gevierd. En al helemaal niet met vuurwerk.

Van de explosie in Alexandrië weet ik op dat moment nog niet. Even later wekt de telefoon me uit mijn gemijmer. Een vriend uit Alexandrië belt me. Niet om me een goed Nieuwjaar te wensen. Opgewonden schreeuwt hij dat hij in de kerk was. „Er was opeens een enorme knal, paniek, bloed, overal bloed… Je moet onmiddellijk hierheen komen. Dit moet je de wereld laten zien!” De verbinding valt weg.

Een uur later zit ik met een Franse en een Duitse journalist en een Engelse fotografe in de auto naar Alexandrië. Inmiddels hebben we van collega’s in Alexandrië de eerste verslagen van de aanslag op de kerk gehoord. We zitten er verslagen en verbijsterd bij. Vol met vragen en nerveus komen we in de stad aan.

Inmiddels is de wijde omgeving van de kerk afgezet door de politie. We moeten te voet verder. Het geluid van loeiende sirenes en het geschreeuw van mensen wijzen ons de weg. Als we de straat waar de kerk staat in willen lopen, komen we meteen terecht in een ware veldslag. Stenen en stukken hout vliegen ons om de oren. We vluchten een zijstraatje in om. Twee straatjes verderop zitten tientallen mannen met bebloede hoofden. Ze zijn geraakt tijdens de schermutselingen tussen moslims, christenen en de politie.

Verschrikkelijke ramp

Wanneer we uiteindelijk in de buurt van de kerk komen, tref ik mijn vriend aan, met verwilderde ogen. Zijn pak zit onder het bloed. Hij en vele anderen lopen al uren met gewonden te sjouwen. Hoewel ambulances af en aan rijden, duurt het zeer lang voor alle gewonden zijn afgevoerd. Veel van de gewonden zijn met privéauto’s naar ziekenhuizen gebracht. Ik wil proberen dichter bij de kerk te komen, maar de politie laat niemand –dus ook geen pers– door. Mijn Alexandrijnse vriend wenkt ons hem te volgen. Iets verderop sluiten we aan bij een groep mensen met brancards.

Pas dan wordt ons duidelijk wat een verschrikkelijke ramp hier heeft plaatsgevonden. Bloed, overal bloed. Dode lichamen liggen nog her en der, sommige niet eens bedekt. Ik draai me om en wil de fotografe vragen een foto te maken. Maar ze staat een eind verderop. Spierwit en kokhalzend schudt ze nee; ze wil niet verder. Ook ik ga weer terug. Zoiets heb ik van mijn leven nog niet meegemaakt.

Ergens tussen de ambulances zit een broeder even een sigaret te roken. Wanneer ik hem aanspreek, zie ik de tranen in zijn holle ogen. Ook hij zegt nog nooit zoiets te hebben gezien. „Overal lagen mensen kermend op de grond. We moesten eerst de gewonden er tussenuit halen. Die lagen soms onder een of twee doden. Maar het ergste dat ik zag”, zo vertelt hij even later, „was een jongetje van een jaar of tien met de bebloede jas van zijn moeder nog in de hand. Hij wilde wegrennen, maar zijn moeder was al dood.” De ambulancebroeder schudt zijn hoofd en mompelt: „Hoe moet dit ooit nog goed komen?” Het is een vraag die velen die ochtend, maar ook de dagen erna blijft bezig houden.

Wanneer het licht wordt, ziet de straat er haast nog angstaanjagender uit. Zwartgeblakerde autowrakken, een kerk zonder voorgevel, een moskee waarvan de ruiten zijn ingegooid, brandweerauto’s, boze mensen, huilende mensen. En bloed. Overal bloed.

Allah Jihad

„Het is allemaal de schuld van de regering!” Een man komt op me toelopen. „Bent u van de pers? Ja? Nou, schrijf dat maar op hoor. Al jaren worden wij als christenen gediscrimineerd. Ze willen ons gewoon allemaal dood hebben.” Inmiddels komen er meer mannen om me heen staan. Allen Christenen. En allemaal bevestigen ze hun angst voor de toekomst. „Het maakt ons niet eens uit wie deze laffe aanslag heeft gepleegd”, legt een van de mannen uit, „maar het levert nog meer angst en onrust op. We hebben hier altijd in vrede en rust samengewoond met moslims. Maar nu vertrouwen we ze niet meer.” Een ander weet te vertellen dat vlak voordat de bom ontplofte, de kreet: ”Allah Jihad” (Allah is Strijd) werd geroepen vanuit de moskee tegen over de kerk. Het zijn emotionele en begrijpelijke reacties op een zo onvoorstelbaar wrede gebeurtenis.

Zoeken naar verzoening

Hoe moet het nu verder? Terwijl aan de ene kant de spanningen tussen moslims en christenen toenemen, zullen aan de andere kant toch ook pogingen moeten worden ondernomen om deze neergaande spiraal te doorbreken.

Hier in Alexandrië is een comité dat zich bezig houdt met de Interculturele Dialoog. „En er worden meer initiatieven genomen om conflicten te bestrijden”, vertelt mijn vriend, die er inmiddels ook bij is komen staan. „Ondanks dit soort verschrikkelijke dingen zullen we moeten blijven zoeken naar verzoening. En ons niet door geweld uit elkaar laten drijven. Maar de overheid moet nu echt veel harder optreden tegen religieuze discriminatie. Anders gaat het echt heel fout aflopen.”

Maar of het geweld nog te keren valt, is de vraag. In dit soort situaties de moed en de energie te vinden om met elkaar in gesprek te blijven, is welhaast een bovenmenselijke taak. In tijden van crisis komt het erop aan duidelijke keuzes te maken. „Als dat zou lukken”, besluit een van de mannen, „dan is al het bloed hier vannacht tenminste niet voor niets vergoten.”
Mijn foto
Cairo, El Maadi, Egypt
De Arbaische Lente heeft in Egypte geleid tot grote veranderingen. Somigen noemen het een 'Revolutie'. Egypte op weg naar democratie? Ik volg de ontwikkelingen op de voet en doe daar verslag van.