woensdag 13 april 2011

Scheiding van godsdienst en overheid: Bescherming van godsdienst tegen machtsmisbruik

Al tijdens de eerste dagen van de opstand in Egypte, in januari van dit jaar, werd een pleidooi gevoerd voor de scheiding van godsdienst en overheid. Zowel in Egypte als in de Westerse wereld is de angst voor de vorming van een islamitische staat Egypte, naar Iraans model, groot. En dat kun je maar beter voor komen door een scheiding tussen godsdienst en overheid goed te regelen.

Een van de belangrijkste argumenten voor het idee waarom godsdienst en overheid moeten worden gescheiden is de bescherming van de vrijheid van godsdienst voor religieuze minderheidsgroepen in Egypte. Zoals Koptische christenen, sjiieten en soefi's. Maar ook van de vele islamitische rechtsscholen. Een divers maatschappelijk middenveld moet in staat zijn om de rechten van alle burgers te beschermen.

Aan de andere kant zijn velen bang dat de scheiding tussen godsdienst en overheid de rol van de islam in Egypte en de islamitische identiteit van het Egyptische volk zal verminderen. Die angst lijkt ongegrond. De meerderheid van de Egyptenaren is moslim. De kracht van het geloof en de lange relatie van de meerderheid van de mensen met hun islamitisch erfgoed blijft ongewijzigd, ongeacht de regeringen die hebben bestaan. En dat zal in een maatschappij waar vrijheid van godsdienst geldt niet veranderen.

Die angst is ook weer niet zo verwonderlijk voor een volk dat zijn leven lang onder een repressief regime heeft geleefd dat geld aan de moskeeën gaf en de keuze van de imams controleerde. Aanhangers van religieuze groeperingen die de overheid bedreigend vond, konden zonder enige vorm van proces worden opgepakt, voor lange tijd worden gevangen gezet, worden gemarteld en gedood.

Op die manier wilde het regime van Mubarak het geweten van de mensen controleren om zo iedere vorm van kritiek te voorkomen. Een werkwijze die kenmerkend is voor onderdrukkende regimes.

Voor westerlingen is het daarom verrassend dat mensen die zo lang onder deze onderdrukking en corruptie hebben geleefd nu bereid zijn om de voortzetting van deze zelfde constructie van godsdienst en de overheid te laten voortbestaan. In de schijnbare overtuiging dat het dit keer anders zal zijn.

Vandaag heeft de revolutie in Egypte vrijheid van meningsuiting en eigen politieke voorkeur gebracht. De vraag is alleen: Hoe zal dat morgen zijn?

De bevolking in Egypte heeft in de geschiedenis vaker de opkomst van vermeende "hervormers" meegemaakt, die later dictators bleken te zijn. Alle dictators hebben dezelfde stijl van optreden. Ze maken misbruik van hun bevoegdheden om de mensen te kunnen onderdrukken. Wetten worden naar goeddunken aangepast. Zo is in het verleden de islam als de religie van Egypte in de grondwet terecht gekomen, met het oog op de gunst van de mensen en om zo de controle op de godsdienst te garanderen.

Dit mag niet weer gebeuren. De overheid zou niet langer moeten kunnen ingrijpen in de godsdienst of het geweten van het volk. De beste methode is een scheiding van godsdienst en overheid, om er zeker van te zijn dat deze instellingen afzonderlijke instanties blijven, zonder de bevoegdheid om elkaar direct te beïnvloeden.

Het tweede probleem ontstaat wanneer de overheid zich direct bemoeit met de inrichting van de godsdienst. Ondermeer door het benoemen van geestelijken en de steun voor hun regime in ruil daarvoor.

Godslastering tegen de heiligheid van God en Zijn Profeet zijn in de godsdienst verboden. Dit behoort tot het persoonlijk geweten van ieder mens en het is de verantwoordelijkheid van de godsdienstige leiders de gelovigen te onderwijzen en eventueel te vermanen. Wanneer een overheid deze taken overneemt bestaat de kans dat kritiek op de overheid kan worden beschouwd als blasfemie tegen God. Immers de overheid vertegenwoordigt het opperste gezag van de godsdienst.

Op deze manier kan de overheid voorkomen dat de bevolking hun kritiek op de regering kan uiten. Zelfs de godsdienstige leiders kunnen buitenspel worden  gezet wanneer die kritiek op de overheid leveren. Ze kunnen worden ontslagen of hun salarissen kunnen worden stopgezet. Op deze manier wordt niet alleen de vrijheid van godsdienst afgeschaft, maar ook de vrijheid van meningsuiting.

Zelfs als zulke verheven ideeën als vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting zijn vastgelegd in de wet, betekent dat nog niet dat de overheid niet zal kunnen proberen de publieke opinie te beïnvloeden en manipuleren. Dat is al tientallen jaren het probleem in Egypte. Het is het probleem van een onderdrukkende staat waar de overheid zeggenschap over godsdienst en godsdienstige instellingen heeft.

Om de ware vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting te kunnen handhaven, moet de godsdienst vrij zijn van overheidsbemoeienis en andersom. De scheiding van godsdienst en overheid is de enige manier om de godsdienst en de rechten van het volk te beschermen tegen het misbruik van de macht door de overheid.

Onder de huidige omstandigheden zijn het vooral de Koptische christenen die gebaat zouden zijn bij een goede scheiding tussen godsdienst en overheid. In het verleden hebben Koptische pausen en hun gelovigen veel moeten schipperen tussen onvoorwaardelijk steun aan de overheid en bescheiden vormen van kritiek op het regime. Zo heeft paus Shenouda III het afgelopen najaar nog eens beklemtoond dat de Koptische kerk de presidentskandidatuur van Mubarak zal steunen. Een uiting van politieke correctheid. Onder het mom: we weten wat we nu hebben en niet hebben. Wanneer deze onvrijheid zou kunnen worden omgezet in vrijheid heeft de opstand in Egypte tenminste iets zeer waardevols opgeleverd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Mijn foto
Cairo, El Maadi, Egypt
De Arbaische Lente heeft in Egypte geleid tot grote veranderingen. Somigen noemen het een 'Revolutie'. Egypte op weg naar democratie? Ik volg de ontwikkelingen op de voet en doe daar verslag van.